De herkomst van de koffiebonen
Om koffieplanten- of bomen te laten groeien zijn tropische temperaturen nodig. De streek rondom en net onder de evenaar is het meest geschikt om koffiebonen te verbouwen. Dat heeft met name te maken met het klimaat. Daarom komen de meest koffiebonen uit Afrika, Latijns-America en de Aziatische landen India en Java.
In Latijns-America vind je de koffieplantages in Brazilië, Colombia, Costa Rica, Guatemala, Nicaragua, Mexico, El Salvador en Peru. Daar vandaan komt veel Arabica-koffie, evenals de Afrikaanse landen, zoals Kenia en Ethiopië.
De planten waaraan de Arabica-soort groeit, kunnen ongesnoeid ongeveer 5 meter hoog worden. De planten groeien op een hoogte tussen de 1000 en 2000 meter, waardoor het werk intensiever is en dat zie je ook terug in de prijs van de uiteindelijke koffie.
In India en Java worden juist veel Robusta-koffiebonen verbouwd.
De Robusta koffiebonen groeien aan planten die kleiner zijn, ongesnoeid kunnen deze uitgroeien tot een kleine boom. Doordat de planten van de Robusta-koffie op een lager gebied groeien ten opzichte van de Arabica-variant, zijn ze beter bestand tegen de warmte en vocht en zijn ze minder vatbaar voor plantenziekten. Maar ook doordat het cafeïne-gehalte hoger is, zijn ze net wat beter beschermd tegen ziekten. Hierdoor is de oogt vaak groter.
De smaak
De meeste koffies bestaan uit melanges. Dat wil zeggen dat er verschillende soorten bonen met diverse afkomsten zijn samengesteld om tot een lekkere smaak te komen. Hierbij worden vaak Arabica bonen gemixed met Robusta bonen. Het voordeel van melanges is ook dat de smaak constanter is. Wat zoals al eerder geschreven, hangt de smaak van diverse factoren af al bij de teelt. En daar zitten factoren bij die kunnen variëren.
Arabica bonen zijn hebben meestal fruitige of bloemige smaaktonen. Daardoor is de smaak van deze bonen vaak zoet of zuur. De accenten in de bonen zijn afhankelijk van de afkomst, de grond waar de bonen worden verbouwd, de manier van verbouwen door de locale teler, het klimaat, de hoeveelheid zon, regen en wind. Arabica bonen zijn iets groter van formaat en heeft een donkerdere kleur met een rondere nerf. Het suikergehalte van Arabica bonen is dubbel zo hoog als dat van Robusta bonen, het percentage lipiden is 60% meer.
Robusta bonen zijn wat meer graanachtig en houtachtig en zijn wat bitter van smaak. Dit is ook de reden waardoor er bijna geen koffie wordt gemaakt van 100% Robusta koffiebonen. Juist doordat deze boon een wat hoger vetgehalte heeft kan een mooie cremelaag verkregen worden. Robusta koffiebonen zijn kleiner, wat valer van kleur en hebben een rechte nerf.
De manier van koffie bereiden heeft ook nog eens een hele grote invloed op de smaak.
De hoeveelheid koffiebonen die gebruikt wordt bij de bereiding, hoe fijn of grof deze gemalen wordt, enenals de hoeveelheid en het soort water en de temperatuur. En dan de wijze van zetten, het soort machine waarmee de koffie beriedt wordt. Overings mag het water nooit koken, hiermee verbrand je de koffiebonen en verpest je de smaak.
Samengevat; bepaalt nu uiteindelijk de smaak van jouw kopje koffie?
Ten eerste het ras koffiebonen, de omgeving van herkomst (grondsoort, klimaat) en de manier van telen.
De uiteindelijke branding (roostering) van de koffiebonen bepaalt het tweede gedeelte van de smaak.
Als laatste beïnvloed je zelf de smaak van je koffie, door de manier van het bereiden.
En laten we eerlijk zijn; ieder zijn eigen smaak, en daarover valt te twisten!
Arabica koffiebonen
– zoetzuur van smaak
– bevat minder cafeïne
– duurder
Robusta koffiebonen
– bitter van smaak
– bevat meer cafeïne
– goedkoper